Skip to navigation Skip to main content

Dit is de juiste wandeltechniek voor het afdalen in de bergen

53910 - Dit is de juiste wandeltechniek voor het afdalen in de bergen (2)

Afdalen van de berg lijkt zo veel makkelijker dan bergop wandelen. Toch moet je er rekening mee houden dat afdalen soms flink tegen kan vallen. Vooral als de paden steil of technisch zijn, kan het flink inspannend worden. Ook kan het afdalen van een berg je spieren en gewrichten ontzettend belasten. Daarnaast gebeuren er meer ongelukken tijdens het afdalen, vooral omdat men onnodig overmoedig wordt, moe is of niet meer geconcentreerd is. Daarom lichten we in dit artikel tips toe om op de juiste manier de berg af te dalen, waardoor je ongelukken voorkomt en het dal veilig bereikt.

Afdalen tijdens een bergwandeling

Sommige bergwandelaars rekenen zich tijdens de terugtocht al rijk en verkijken zich flink op de dalafdaling. Want, de top is bereikt, dus de grootste inspanning is al geleverd. Maar toch, als je de top bereikt hebt ben je pas op de helft. Verspeel dus niet in één keer je energie, maar zorg dat je nog wat in je tank hebt zitten voor de terugweg. Want op de terugweg is een uitglijder snel gemaakt en kun je je blesseren. Ongeveer 2/3 van de ongelukken die gebeuren in de bergen gebeuren tijdens het afdalen. Ook de juiste afdaaltechniek is belangrijk om toe te passen om het dal veilig te bereiken. Onderschat het afdalen dus nooit!

#1. Zorg voor voldoende energie voor de afdaling

Zoals hierboven al staat, zodra je de top bereikt hebt ben je pas op de helft van je wandeling. Uiteraard is klimmen vermoeiend en in die zin is afdalen misschien minder vermoeiend, maar toch moet je je goed concentreren en kun je wel wat energie gebruiken tijdens de afdaling. Elke stap die je zet tijdens de afdaling moet je opvangen met je spieren en gewrichten. En als je je niet concentreert, kun je binnen de kortste keren een misstap maken. Dus, zorg dat je voldoende energie over hebt voor de afdaling. Neem desnoods een pauze voordat je aan de dalafdaling begint, want deze mag je niet onderschatten.

#2. Daal soepel af met kleine passen

Iets wat niet opgaat tijdens het afdalen in de bergen is het 'grote stappen, snel thuis' principe. Als je namelijk grote stappen zet, land je harder, en daar zijn je spieren en gewrichten niet blij mee. Zorg daarom dat je tijdens het afdalen kleine stappen maakt, en als het ware ontspannen de berg af 'danst'. Zorg voor soepele bewegingen en 'plof' niet van de ene naar de andere stap. Zo kun je je enkels, knieën en heupen als een soort schokbrekers gebruiken. Hiervoor moet je licht meebuigen, en je knieën gebogen houden.

#3. Houd je gewicht goed boven je voeten

Tijdens het wandelen hebben veel mensen de neiging om tijdens het afdalen wat verder naar achteren te leunen. Echter is dit de verkeerde manier. Je moet namelijk proberen om je gewicht boven je voeten te houden. Zo zorg je voor een optimale voetzool belasting en voorkom je uitglijders. Want als je meer druk op je voetzolen hebt, heb je meer grip. Ook al lijkt het eng, maar op (steile) afdalingen moet je dus iets meer naar het dal leunen voor je eigen veiligheid.

#4. Maak gebruik van wandelstokken

Door wandelstokken op de juiste wijze te gebruiken, kun je je knieën ontzettend ontlasten. Helemaal als je een (zware) wandelrugzak mee hebt, kan dit heel wat kilo’s schelen aan klappen op de gewrichten. Daarnaast helpen wandelstokken je beter rechtop te lopen, hiermee help je ook je rug omdat dit dan minder belastend is. De dubbelstop techniek is een aanrader als je steilere stukken betreedt of hoge afstappen tegenkomt. Als je deze techniek gebruikt zet je allebei je stokken recht onder je om vervolgens zo de aftrap af te gaan. Als het pad zo steil is dat je je aan een staalkabel vast moet houden, probeer dan met één stok af te dalen.

#5. Druk op hielen of bal van de voet

Als je afdaalt van een steil pad, heb je waarschijnlijk de neiging om eerst op je hielen neer te komen. Dit is op zich geen probleem, want zo hoort het ook, maar het is wel belangrijk om hier soepel en vloeiende bewegingen van te maken, zoals je bij het skiën doet. Als het vlakker is, land je op de bal van je voet. Zo laat je je kuiten de klappen opvangen. Maar het is wel belangrijk om tijdens het afdalen, op zowel vlak als steil terrein, gebogen knieën te hebben.

#6. Zorg dat je veters goed vastzitten voor je aan de afdaling begint

Iets wat altijd geldt, en ook bij het beklimmen en afdalen van een berg, is dat je veters goed vast moeten zitten. Zo voorkom je dat je met je voeten naar voren schuift. Dan verlies je namelijk sneller de controle. Controleer en strik je veters daarom altijd goed, en druk je hak stevig achter in de schoen. Uiteraard niet te strak, maar ook niet te los. Zorg dat als je hoge wandelschoenen draagt je de tong goed tegen je scheenbeen drukt. Ook hebben deze schoenen vaak veters bovenin, zorg ook dat deze goed vastzitten. Je schoen hoort namelijk te zitten als een stevige handdruk, zo heb je optimale controle wanneer je weer gaat afdalen.

In de regen afdalen

Als het regent of net geregend heeft zijn de wandelpaden nat, wat voor extra uitdaging kan zorgen. Daarom lees je hier nog enkele tips voor als het nat en glad is als je gaat afdalen:

  • Houd er rekening mee dat met name boomwortels, stenen, bladeren en zandpaden erg glad kunnen worden.
  • Neem extra de tijd als het nat is, en probeer nog kleinere passen te maken.
  • Zet je volgende stap pas als je been die blijft staan voldoende grip heeft.
  • Maak gebruik van wandelstokken. Met vier benen heb je immers meer grip dan met twee benen.
  • Als je bijvoorbeeld over stenen of rotsen moet wandelen, is het verstandig om de modder of zand uit je schoenzolen te trappen. Op deze manier heb je veel meer grip.